Het Jacobijnenhuis als eeuwenoud rijksmonument

Het Jacobijnenhuis ligt op het hoogste punt van de Winsumer wierde, tussen de beide molens. Lange
tijd was hier een bakkerij gevestigd, laatstelijk van de bakkersfamilie Van der Land. In 1999 werd het
17e eeuwse pand aangekocht door de familie Elzinga, met als oogmerk om het geheel te restaureren.
Bij de restauratie bleek dat delen van het huis nog aanzienlijk ouder zijn. Lange tijd – van de 13e tot
de 16e eeuw – heeft in Winsum een Jacobijnenklooster gestaan. Hoewel er allerlei gegevens zijn over
de oprichting en de activiteiten van dit klooster is weinig bekend over de precieze locatie van het
klooster. Na de opheffing van het klooster werd het namelijk tot de grond toe afgebroken en ook op
papier zijn er weinig aanwijzingen over de situering van de kloostergebouwen.
Bij het begin van de restauratie van het pand in de jaren 2000 tot 2003 ontdekten bouwhistorici in de
zuidmuur van het pand de sporen van kloostervensters. Nader onderzoek – onder meer naar de roze
verf op het pleisterwerk – toonde aan dat het hier om vensters moet gaan uit de 13 e of de 14 e eeuw.
Eén van deze vensters – hoewel uiteraard dicht gemetseld – is nog vrijwel gaaf. Daarnaast werden
de restanten van nog zes van deze vensters aangetroffen. Een gebouw dat in die tijd zeven van deze
vensters had, moet een belangrijk gebouw zijn geweest. Hoewel de bewijsvoering niet sluitend is te
krijgen, lijkt het aannemelijk dat het gebouw onderdeel heeft uitgemaakt van de kloostergebouwen:
als huis van de prior, als gastenverblijf, eetzaal o.i.d.
Na de vondst van deze kloostervensters werd de restauratie in 2000 enkele maanden stil gelegd voor
opgravingen. Bij die opgravingen werden tal van voorwerpen aangetroffen uit verschillende periodes.
Met name werden veel gebruiksvoorwerpen (of restanten daarvan) gevonden in gedempte
waterputjes. In 2003 werd de restauratie voltooid en werd het Jacobijnenhuis geopend door de
toenmalige Commissaris van de Koningin Hans Alders.
Het Jacobijnenhuis heeft altijd een gemengde bestemming gehad. Langjarig was het een woonhuis
met daarin een kleine bakkerij en winkelruimte. Na de restauratie werd in het achtergedeelte – met
vergunning van de gemeente Winsum – een luxe logiesruimte ingericht voor gebruikers van het